Het producentenvertrouwen in de metaalindustrie is in mei iets minder laag dan in april. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. Het vertrouwen van de ondernemers ging van -32,7 in april naar -29,7 in mei. Vooral het oordeel over de verwachte bedrijvigheid was minder negatief.
Ondanks de stijging van het vertrouwen, blijven alle deelindicatoren van het producentenvertrouwen in de metaal negatief. Er zijn meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal afnemen dan ondernemers die een toename van de productie voorzien. Het aantal ondernemers dat de orderpositie klein vindt heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille groot acht, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te groot beschouwt is groter dan het aantal dat de voorraden te klein vindt.
In meeste branches vertrouwen wat minder negatief
Niet alleen in de metaal, maar in de meeste branches van de industrie was het producentenvertrouwen wat minder negatief dan in april. Dat gold vooral voor de transportmiddelenindustrie. Het minst negatief waren de ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie. In de voedings- en genotmiddelenindustrie en in de papier en grafische industrie daalde het vertrouwen verder.
Vertrouwen Duitse industrie wat minder negatief
Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Het vertrouwen van de Duitse industriƫle producenten (Ifo-index) was in mei wat minder negatief dan in april. Dat komt volledig doordat het oordeel over de verwachte bedrijvigheid minder negatief was. De stemming over de huidige bedrijvigheid verslechterde. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie kromp volgens Destatis in maart met 14 procent in vergelijking met een jaar eerder.
Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay