Van alle EU-landen, lijdt Nederland het ergst onder een slecht Brexitverdrag. Dat meldt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vandaag, op basis van eigen onderzoek. Omdat Nederland de belangrijkste handelsparnter is van het VK, voelt ons land de effecten meer dan andere landen. De details van het uittredingsverdrag zijn daarom erg bepalend voor de grootte van deze effecten, meer dan voor de Europese Unie als geheel of voor het Verenigd Koninkrijk. Lees verder
Inkoopmanagers in de verwerkende industrie bleven in april enthousiast over de toekomstige groei van de Nederlandse economie. De zogenaamde PMI (Purchase Managers Index) die wordt gemeten door branchevereniging Nevi noteerde opnieuw 57,8, net als in maart. En dat is een prachtig cijfer: alles boven de 50 geeft aan dat de industrie groeit. Hoogleraar prof. dr. Arjan van Weele van de NEVI-leerstoel Purchasing and Supply Management aan de Technische Universiteit Eindhoven vermoedt dat de positieve trend nog wel even aan zal houden: “De wereldeconomie zit dus sterk in de lift. Reden waarom het positieve sentiment in Nederland nog wel even zal aanhouden.” Lees verder
De Nederlandse conjunctuur presteert op alle indicatoren beter dan de langjarige trend. Dat blijkt uit de Conjunctuurklok van het CBS, die vandaag opnieuw werd geüpdatete. De Conjunctuurklok geeft een algemeen beeld van de Nederlandse economie. Daarvoor wordt niet alleen gekeken naar de prestaties ten opzichte van de langjarige trend maar ook naar die ten opzichte van vorige maand. En ook vanuit dat perspectief is het nieuws goed. Alle indicatoren scoren beter dan vorige maand, op één na. De omvang van de investeringen daalde iets.
We lichten een aantal cijfers uit de Conjunctuurklok uit.
Lees verder
De Europese loonkosten in de industrie en dienstensector stegen in het derde kwartaal van 2016 met 1,9% ten opzichte van hetzelfde jaar ervoor. Dat blijkt uit cijfers die vandaag door het Duits bureau voor de statistiek werden gepresenteerd. Uit dezelfde cijfers blijkt dat Nederland met een stijging van 1,8% dicht bij het gemiddelde blijft. Er zijn echter in de EU grote verschillen te zien, ook in de grotere economieën. Zo daalden de loonkosten in Italië met een half procent, terwijl in Duitsland er een stijging van 2,3% viel te noteren. Oost-Europese landen tekenden voor de hardste stijgingen en dalingen. Zo daalden de loonkosten in Kroatië met 5,5%. In Tsjechië en Roemenië daarentegen stegen de loonkosten met respectievelijk 9% en 14,4%. Lees verder