Industrie-omzet daalt licht in tweede kwartaal, maar wat betekent dat voor de korte termijn?
In het tweede kwartaal van 2025 kwam de omzet van de Nederlandse industrie uit 0,7 % lager uit dan in dezelfde periode een jaar eerder. De afzetprijzen daalden licht (-0,6 %) waardoor de waarde van geproduceerde goederen daalde.
Een nadere blik op de segmenten toont grote verschillen. De voedings- en genotmiddelenindustrie presteerde opvallend goed: een omzetgroei van 7,5 %, mede dankzij 4,1 % hogere afzetprijzen. Ook elektrotechniek en machinebouw lieten een positieve ontwikkeling zien (+3,9 %). In contrast daarvan zakten de omzetcijfers in de metaalindustrie met 1,3 % – niet echt dramatisch, maar zeker relevant voor de sector.
Wat houdt dit in voor de korte termijn? Ondanks de omzetdaling is het aantal faillissementen afgenomen (74 gevallen in het tweede kwartaal), tien minder dan in het voorgaande kwartaal. Tegelijk meldt het CBS dat producenten steeds vaker aangeven dat hun winstgevendheid verslechterde.
Vooruitkijkend verwacht per saldo slechts 3,7 % van de ondernemers een hogere omzet in het derde kwartaal, een afname ten opzichte van het voorgaande kwartaal (7,3 %). Belangrijke bottlenecks blijven arbeidskrapte (31 %) en matige vraag (26 %).
Wat betekent dit praktisch?
De lichte omzetkrimp in het tweede kwartaal is vooral het gevolg van dalende afzetprijzen en een afname van de binnenlandse vraag. Voor de metaalgerelateerde industrieën vormt dit een signaal om voorzichtig te opereren en de marktontwikkelingen nauwgezet te volgen. Het lagere aantal faillissementen wijst er echter op dat bedrijven tot dusver voldoende veerkracht behouden, maar de vooruitzichten blijven gematigd.