In augustus is de productie van de Nederlandse industrie precies gelijk gebleven aan die in augustus 2024, zo blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De zogenoemde kalendergecorrigeerde industriecijfers tonen geen groei, maar ook geen krimp ten opzichte van een jaar eerder. 

Wat opvalt is dat iets meer dan de helft van de onderliggende bedrijfsklassen wél een verslechtering zag. Onder de acht grootste sectoren presteerde de reparatie- en installatiebranche van machines het best met een toename van 11,3 %. Ook de rubber- en kunststofindustrie en de voedingsmiddelenindustrie noteerden groei, met respectievelijk 7,3 % en 3,2 %. Aan de andere kant leed de transportmiddelenindustrie de sterkste terugval: een krimp van 6,2 %. De metaalsector, onder ‘metaalproducten’, rapporteerde een daling van 4,9 %. 

Kijken we naar de maand-op-maandbeweging (seizoens- en kalendergecorrigeerd), dan is er juist sprake van een positieve tendens: van juli naar augustus steeg de productie met 1,7 %. Dit wijst erop dat er op korte termijn wat herstel gaande is, ondanks de stagnerende jaar-op-jaarverhoudingen. 

Het CBS waarschuwt overigens dat deze cijfers gevoelig zijn voor maandelijkse schommelingen en dat zich in de industrie vaak snel kantelingen voordoen in opgaande of neergaande bewegingen. 

Het vertrouwen bij de ondernemers in de industrie in Nederland verbeterde verder vergeleken met de maand ervoor. Ondernemers zijn vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid. Deze ontwikkeling staat haaks op de ontwikkelingen in Duitsland, een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Daar liet de productie in augustus een krimp van 5,1 % zien vergeleken met een jaar eerder. In de maand-op-maandvergelijking was de daling zelfs 5,5 %.