motieHet afspiegelingsbeginsel bij reorganisaties, dus bij ontslag op grote schaal, moet worden herzien. Omdat het van groot belang is dat bedrijven een zekere vrijheid hebben bij het maken van afspraken over wie er zal moeten worden ontslagen. Het oude afspiegelingsbeginsel, last in, first out, verdeeld over leeftijdscategorieën, kan betekenen dat nieuw binnengekomen werknemers die van groot belang zijn voor de bedrijfsvoering toch ontslagen zouden moeten worden.

In de Tweede Kamer is door de leden Van Hijum (CDA), Ortega-Martijn (CU), Heerts (PvdA) en Koser Kaya (D66) een motie van deze strekking ingediend waarin men constateert “dat de huidige regels voor bedrijfseconomisch ontslag nagenoeg geen ruimte bieden om rekening te houden met de voor de continuïteit van de onderneming essentiële vakkennis”.
Men verzoekt de regering “het mogelijk te maken om bij ontslag rekening te houden met de kennis en competenties van werknemers door het ‘onmisbaarheidscriterium’ en/of de toepassing daarvan te verruimen” en gaat over tot de orde van de dag.

“Het is onontkoombaar dat er mensen zullen moeten afvloeien. Uit onderzoek onder de FME-leden blijkt dat zij verwachten dat de personeelsbezetting dit jaar met meer dan elf procent zal afnemen ten opzichte van vorig jaar.
Vanzelfsprekend laait in dit tijdsgewricht ook weer de discussie op over de dreigende werkloosheid onder jongeren en het vervroegd uittreden van ouderen. Niemand spreekt over de kennis en vaardigheden waarover werknemers moeten beschikken om zich uit de huidige crisis te knokken.”; aldus de heer J. Kamminga, voorzitter van FME/CWM.