De personeelskosten zijn in de industriële branche met ruim 1 procent gedaald, mede door het in mindering brengen van de NOW-regeling. Deze daling is iets sterker dan het mkb-gemiddelde (-0,4 procent). Per saldo zijn de loonkosten in de industrie met bijna 1 procent gestegen. Dit is minder sterk dan het mkb-gemiddelde en duidelijk minder sterk dan in de voorgaande jaren. Het eigen vermogen is bijna 15 procent hoger uitgekomen. Deze stijging is groter dan in 2019 en ook sterker dan het mkb-cijfer. De langlopende schulden zijn met ruim 4 procent relatief fors toegenomen, maar dit cijfer wordt wellicht vertekend doordat hierin ook uitgestelde belastingbetalingen zijn opgenomen. De kortlopende schulden zijn met 2 procent gedaald.De financiële positie van bedrijven in de industrie is licht verbeterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating < 1 procent), is uitgekomen op bijna 85. Dit betekent een verbetering ten opzichte van het voorgaande jaar. De branche doet het ook iets beter dan het mkb-gemiddelde (83,2 procent).
Laatste berichten door redactie
- 09.22.23Onderzoek van het RIVM toont relatie aan tussen uitstoot door Tata Steel en gezondheid van bevolking in de omgeving
- 09.22.23Metaalunie roept in reactie op de miljoenennota het kabinet op te blijven investeren in gunstig ondernemersklimaat
- 09.15.23Onvoorspelbare ontwikkeling staalprijzen als gevolg van economische ontwikkelingen in Europa en Azië en stijgende rente
- 09.15.23NEVI Inkoopmanagersindex verbetert licht maar blijft op laag niveau
- 09.08.23Manifest Koninklijke Metaalunie voor Tweede Kamerverkiezingen benadrukt belang MKB-maakindustrie