In een recent artikel van FME wordt een nijpend probleem van de maakindustrie met betrekking tot energiekosten fijntjes uit de doeken gedaan. Het kabinet heeft nieuwe plannen geïntroduceerd om de energiebelasting op gas voor bedrijven te verhogen en elektriciteitskosten te verlagen, met als doel CO2-uitstoot te verminderen. Echter, door netcongestie is elektriciteit vaak niet beschikbaar voor de technologische industrie. Bedrijven kunnen niet zomaar overstappen op elektriciteit vanwege de beperkte capaciteit van het stroomnet.

Hoewel de overheid aandringt op verduurzaming en een hogere belasting op gas, biedt ze geen praktische alternatieven door de netcongestie onvoldoende aan te pakken. Dit creëert een dilemma voor bedrijven die willen verduurzamen, maar belemmerd worden door infrastructuurproblemen.

Een rekenvoorbeeld illustreert de impact van de voorgestelde belastingveranderingen op bedrijven, waarbij de energiebelasting voor gas aanzienlijk stijgt, wat resulteert in extra kosten. De beoogde CO2-reductie lijkt in theorie goed, maar de praktische implicaties voor bedrijven zijn aanzienlijke financiële lasten zonder directe mogelijkheden voor verduurzaming. Voor een maakbedrijf met een verbruik van 1 miljoen kuub gas kan de energiebelasting in 2024 stijgen met wel € 150.000 euro.

De problemen rond netcongestie dwingen energie-intensieve bedrijven om volgend jaar van gas af te stappen, maar het overschakelen naar duurzame energie wordt bemoeilijkt door beperkte elektriciteitsaansluitingen en langdurige wachttijden.

Bedrijven hebben weinig keuze; ze blijven gas gebruiken tegen hogere kosten, waardoor hun vermogen om te investeren afneemt. Dit kan leiden tot een ongelijk speelveld met andere landen en het verlies van investeringen en productie in Nederland.

Het artikel waarschuwt voor het risico van minder CO2-uitstoot in 2030, maar ook minder groene industrie. Om dit dilemma op te lossen, wordt gepleit voor het terug investeren van de extra energiebelasting in verduurzaming van bedrijven of directe investeringen in noodzakelijke infrastructuur. Alleen dan kunnen theorie en praktijk hand in hand gaan voor CO2-reductie en verduurzaming van de industrie.

Lees het hele artikel hier