Productiesector vertoont minder grote opleving in juni
Uit de Nevi PMI® cijfers over juni blijkt dat er sprake is van een bescheiden verbetering van de bedrijfsomstandigheden in de Nederlandse industrie. De Nevi PMI® daalde van 52.5 in mei naar 50.7 in juni, waarbij vier van de vijf componenten negatief bijdroegen aan dit cijfer. Hoewel er een stijging van het aantal nieuwe orders was, was deze groei kleiner dan in mei, voornamelijk door een afname van de buitenlandse verkoop. De productieomvang nam toe, maar minder sterk dan de vorige maand, en de toekomstverwachtingen voor de productie waren optimistisch, maar minder positief dan in de afgelopen twee maanden. Zowel de in- als verkoopprijzen stegen aanzienlijk, voornamelijk door hogere loon- en grondstofkosten.
De werkgelegenheid in de productiesector nam toe aan het eind van het tweede kwartaal, voornamelijk vanwege noodzakelijke productie en groeiplannen. Er waren echter aanwijzingen van overcapaciteit, met een voortdurende daling van het onvoltooide werk. Sommige bedrijven probeerden achterstanden weg te werken, terwijl anderen de daling toeschreven aan een flauwe vraag.
De hoeveelheid ingekocht materiaal daalde in juni wat wijst op een bewuste verlaging van voorraadniveaus door de bedrijven. Met uitzondering van mei 2024 is er al sinds twee jaar sprake van een daling van de inkoopactiviteiten. De levertijden voor ingekochte materialen waren langer, een verslechtering die sinds december 2022 niet was voorgekomen, en werd toegeschreven aan spanningen in de Rode Zee.
Inkoopprijzen stegen verder in juni, wat leidde tot een kosteninflatie die deze maand het hoogst was in bijna anderhalf jaar. Dit werd veroorzaakt door hogere grondstofprijzen en hogere lonen, wat ertoe leidde dat producenten hun verkoopprijzen verhoogden. Deze prijsverhoging was de grootste sinds maart 2023 en lag boven het historisch gemiddelde.
Nederlandse producenten blijven positief over de productievooruitzichten voor het komende jaar, met 42% optimisten tegenover 10% pessimisten. Dit vertrouwen is echter voor de tweede maand op rij gedaald en ligt nu onder het lange-termijn gemiddelde.