De Nederlandse technische sectoren roepen op om het aantrekken van arbeidsmigranten van buiten Europa te vergemakkelijken. Zij stellen dat het tekort aan technisch personeel een belemmering vormt voor belangrijke maatschappelijke vraagstukken zoals de energietransitie en woningbouw. Organisaties zoals FME, Koninklijke Bouwend Nederland, Koninklijke Metaalunie en Techniek Nederland pleiten daarom voor een internationale vakkrachtenregeling, die het eenvoudiger maakt om technisch opgeleide arbeidskrachten naar Nederland te halen. Een soortgelijke regeling bestaat al in Duitsland.

Volgens recent onderzoek is er een structureel tekort van 60.000 technici, wat de bouw van woningen en de energietransitie en verduurzaming van de industrie belemmert. Een vakkrachtenregeling zou het tekort kunnen aanvullen door tijdelijke en gereguleerde arbeidsmigratie mogelijk te maken in cruciale sectoren zoals de techniek, zonder dat het bestaande migratiesysteem te zwaar wordt belast. Daarbij is het behoud van de bestaande kennismigrantenregeling van groot belang.

Belangrijke voorwaarden van de regeling zijn dat deze circulair en gereguleerd is. Dit betekent dat vakkrachten in hun thuisland worden opgeleid, maximaal vijf jaar in Nederland werken, en daarna terugkeren om bij te dragen aan de lokale economie. Daarnaast moeten werkgevers goede huisvesting en arbeidsomstandigheden bieden om misstanden met uitzendbureaus te voorkomen.

De technische sectoren hebben al verschillende initiatieven gelanceerd om het personeelstekort aan te pakken, zoals het Aanvalsplan Techniek. Dit plan richt zich op het verhogen van de instroom in technische opleidingen, het verminderen van de uitstroom, en het stimuleren van levenslang leren. Arbeidsmigratie wordt gezien als een aanvulling op deze strategie, met als doel een duurzame oplossing te bieden voor de groeiende vraag naar technisch personeel.