China verhoogt de productie van aluminium aanzienlijk, wat leidt tot een stijging van de export van halffabricaten zoals platen, staven, buizen en folie. Deze toename heeft een oud handelsconflict nieuw leven ingeblazen, waarbij westerse landen China beschuldigen van oneerlijke subsidies die zorgen voor overproductie en verstoring van de wereldmarkten.

De Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft aangegeven geen duidelijk inzicht te hebben in de financiële steun die China aan zijn industriële sectoren verleent, vanwege een gebrek aan transparantie. Hierdoor wordt het steeds moeilijker om multilaterale oplossingen te bereiken. Veel landen kiezen er daarom voor om unilaterale maatregelen te nemen, zoals importheffingen, om hun eigen markten te beschermen tegen de Chinese concurrentie.

In 2024 bereikte China’s productie van primair aluminium een recordniveau van 3,69 miljoen ton in juli, met een jaarlijkse capaciteit die bijna de door de overheid opgelegde limiet van 45 miljoen ton bereikt. Ondanks een sterke binnenlandse vraag naar aluminium voor toepassingen in hernieuwbare energie, zoals zonnepanelen en elektrische voertuigen, blijft de vraag in andere sectoren, zoals de bouw, zwak. Het overschot aan aluminium wordt daarom geëxporteerd, wat heeft geleid tot een heropleving van de export van halffabricaten.

De Verenigde Staten en de Europese Unie hebben reeds antidumpingmaatregelen en tarieven ingesteld tegen Chinese aluminiumproducten. De VS overweegt zelfs de invoerheffingen verder te verhogen. De Europese Unie zal in 2026 een koolstofgrensheffing invoeren, die extra druk zal uitoefenen op Chinese aluminiumimport vanwege de relatief hoge CO2-uitstoot van deze producten.

Doordat de WTO niet effectief blijkt in het oplossen van dit conflict tussen de vrije markteconomie van het Westen en het door de staat geleide model van China, wenden landen zich steeds meer tot unilaterale acties, wat de globalisering van de aluminiumhandel bedreigt.