In juni 2025 lagen de afzetprijzen van de Nederlandse industrie 0,2 procent lager dan in juni 2024. Daarmee zet de afname die in mei begon (–0,6 procent op jaarbasis) in afgezwakte vorm door. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen echter licht met 0,4 procent, zo meldt het CBS.

De prijsontwikkeling hangt nauw samen met de bewegingen op de wereldmarkt. In het bijzonder heeft de prijs van ruwe aardolie een aanzienlijke invloed. De prijs van een vat North Sea Brent olie bedroeg in juni 60,96 euro, ruim 21 procent lager dan een jaar eerder. In mei was deze daling met bijna 26 procent nog sterker. Deze afzwakking van de olieprijsdaling vertaalt zich in minder sterke prijsdalingen in sectoren die olie-intensief produceren.

De ontwikkeling verschilt sterk per branche. De aardolie-industrie kende de grootste daling: producentenprijzen lagen in juni 15,8 procent lager dan een jaar eerder. Ook in de chemische industrie was sprake van een aanzienlijke daling van 2,6 procent. In andere sectoren bleef de prijsontwikkeling relatief stabiel of licht positief.

Opvallend is de prijsstijging in de metaalproductenindustrie. Hier lagen de afzetprijzen in juni 1,9 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee wijkt deze sector af van het bredere industriële beeld. De prijsstijging kan deels worden verklaard door aanhoudende vraag en relatief stabiele grondstofprijzen binnen de metaalbewerking.

De cijfers tonen aan dat de industriële afzetprijzen zich in een overgangsfase bevinden. Na een periode van stevige dalingen, vooral gedreven door energie- en grondstofprijzen, lijkt de markt zich op sommige punten te stabiliseren. Sectorale verschillen blijven echter groot en weerspiegelen de uiteenlopende afhankelijkheid van grondstofprijzen en internationale markten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorie

Geen categorie