In april 2021 is de stemming onder ondernemers in de industrie verder verbeterd. Het producentenvertrouwen ging van 3,4 in maart naar 6,5 in april, aldus het CBS. Producenten zijn na april 2019 niet meer zo positief geweest.
De ondernemers in de industrie waren in april vooral positiever over hun orderportefeuille dan een maand eerder. Ook waren ze optimistischer over de toekomstige bedrijvigheid. Het oordeel over de voorraden gereed product verbeterde ook.
Alle drie de deelindicatoren van het producentenvertrouwen zijn positief. Het aantal ondernemers dat verwacht dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen is groter dan het aantal ondernemers dat een afname van de productie voorziet. Het aantal ondernemers dat de orderpositie groot acht heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille te klein vindt, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te groot beschouwt is kleiner dan het aantal dat de voorraden te klein vindt.
De benutting van machines en installaties in de industrie lag bij aanvang van het tweede kwartaal van 2021 op 81,7 procent. Dat was hoger dan in het eerste kwartaal, maar nog altijd lager dan voor de coronacrisis. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in februari 1,7 procent lager dan in februari 2020. In januari groeide de productie met 0,3 procent.
Duitsland
Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Het Duitse producentenvertrouwen (volgens de IFO-index) is in april gestegen naar het hoogste niveau na mei 2018. Het oordeel over de huidige bedrijvigheid was positiever, maar het oordeel over de toekomstige bedrijvigheid was iets minder positief. In Duitsland nam de bezettingsgraad toe van 81,9 naar 86,2 procent. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie kromp volgens Destatis in februari met ruim 6 procent in vergelijking met een jaar eerder.