Na een lange periode van krimp laat de Nederlandse industrie in januari eindelijk weer groei zien. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek was de industriële productie 0,5 procent hoger dan in januari 2024. Daarmee is dit de eerste stijging in ruim anderhalf jaar tijd, een voorzichtige opsteker voor de sector.

Wat vooral opvalt, is dat ruim de helft van de industriële bedrijfstakken in januari meer produceerde dan een jaar eerder. Toch zijn de verschillen tussen de branches groot. Zo zag de transportmiddelenindustrie, waaronder bijvoorbeeld de productie van auto’s en vrachtwagens valt, juist een flinke daling. Aan de andere kant ging het opvallend goed met de bedrijven die zich bezighouden met reparatie en installatie van machines. Die branche kende de sterkste productiegroei van allemaal. De productie in de bedrijfsklasse Metaalproducten liet een voorzichtige stijging van 1 procent zien.

Niet alleen vergeleken met vorig jaar, maar ook ten opzichte van vorige maand was er sprake van groei. Als we kijken naar cijfers die gecorrigeerd zijn voor seizoensinvloeden en kalenderdagen, dan nam de industriële productie in januari met 1 procent toe ten opzichte van december. Het is wel goed om te beseffen dat deze cijfers van maand tot maand behoorlijk kunnen schommelen. Sinds de coronadip in mei 2020 herstelde de industrie zich eerst stevig, maar vanaf de zomer van 2022 is de trend juist weer dalend.

Toch lijkt er nu enige voorzichtigheid in de negatieve stemming te komen. Producenten in de industrie waren in februari iets minder pessimistisch dan in januari, vooral omdat de voorraden gereed product minder zwaar drukken. Ook in Duitsland, een belangrijke handelspartner voor de Nederlandse industrie, is het vertrouwen onder fabrikanten licht verbeterd. Dat geeft hoop dat de industriële sector misschien aan de vooravond staat van een breder herstel.