Britten hechten aan hun tradities. Misschien is dat wel de reden dat de London Metal Exchange de laatste beurs in Europa (en een van de laatste ter wereld) is waar nog volgens het open outcry-principe wordt gehandeld. Handelaren maken op de beursvloer met hun stem en het gebruik van handsignalen hun koop- en verkooporders bekend. Maar deze vorm van handel vereist dat handelaren samenkomen op een beursvloer. En nu het coronavirus in het Verenigd Koninkrijk voor het eerst een slachtoffer heeft geëist, worden in het land allerlei draconische maatregelen overwogen. Een ervan: het tijdelijk stilleggen van de live handel op de beursvloer en volledig overschakelen op elektronische handel. Een woordvoerder over het plan: “Het is de meest vergaande maatregel die we overwegen als onderdeel van het crisisplan.” Nog nooit eerder werd er uitsluitend elektronisch gehandeld op de LME.

London Metal Exchange: eeuwenoud instituut speelt cruciale rol in wereldwijde grondstoffenhandel
De London Metal Market and Exchange Company werd opgericht in 1877, maar wortels gaan terug tot 1571. In het begin werd alleen koper verhandeld. Lood en zink werden al snel toegevoegd. Later werd de handel uitgebreid met aluminium (1978), nikkel (1979), tin (1989), aluminiumlegeringen (1992), staal (2008), kobalt en molybdeen (2010). Er worden veel deals gesloten voor goederen die in drie maanden tijd moeten worden geleverd. Die gewoonte stamt uit de tijd dat ladingen koper vanuit Chili ongeveer zo lang onderweg waren naar Europa.

De London Metal Exchange neemt een belangrijke plaats in bij het bepalen van de prijzen van ruwe metalen. Jaarlijks wordt hier het merendeel van alle non-ferro metalen termijncontacten verhandeld. In 2017 bedroeg dat 12,7 biljoen dollar of 3,5 miljard ton aan grondstoffen. De beurs brengt kopers en verkopers van over de hele wereld samen en speelt door de omvang een cruciale rol bij het vaststellen van de wereldwijde metaalprijzen.

Korte video over open outcry op de LME