Pensioenpremies bij pensioenfonds PMT voor de metaal- en technieksector gaat volgend jaar flink omhoog. Werkgevers in beide sectoren zullen de verhoging voor rekening moeten nemen. Zij betaalden tot nu toe een premie voor oude regelingen zoals de VUT en prepensioenregelingen. Dat percentage wordt nu bij de premie voor het ouderdomspensioen opgeteld.
In 2020 bedroeg de premie 22,2 procent van de pensioengrondslag (het deel van het salaris waarover pensioenpremie wordt berekend). Dat wordt gezamenlijk door werknemers en werkgevers betaald, waarbij het grootste deel voor rekening van de werkgevers komt. Daarnaast betaalden de werkgevers 5,78 procent van die pensioengrondslag aan de zogeheten VPL-premie. Vanaf volgend jaar worden die twee premies bij elkaar opgeteld en stijgt de premie naar 27,98 procent.
Daarnaast gaat de opbouw van het pensioen iets omlaag. Werknemersvoorzitter Jos Brocken van PMT noemt dat ‘een moeilijk besluit’. “Helaas ontkomen we er niet aan. De lage rente en de lagere verwachte rendementen waar we mee moeten rekenen laten ons geen keus meer, het maakt pensioen duur.” Grote pensioenfondsen verhogen de premies en kijken naar de opbouw, omdat pensioenen duurder zijn geworden door de lage rente en lagere rendementen.