Nederland verdiende in 2019 4,6 miljard euro aan de export van goederen van eigen makelij naar China. De Nederlandse metaalindustrie was goed voor maar liefst 129,1 miljoen euro. Een sterke stijging sinds 2015: toen verdiende de Nederlandse metaalindustrie 62,9 miljoen euro aan de export van metaal en metaalproducten.
Nederland verdiende ook veel aan de export van wetenschappelijke instrumenten en metaalafval naar China, stelt het CBS in een persbericht van afgelopen week. In 2015 stond metaalafval overigens nog op een derde plek met een toegevoegde waarde van 217 miljoen euro, maar dat was in 2019 sterk afgenomen tot 114 miljoen euro. Deze daling is gerelateerd aan restricties die China heeft opgelegd aan de import van metaalafval.
Gemiddeld verdiende Nederland in 2019 57 eurocent aan elke euro aan producten van Nederlandse makelij die werden geëxporteerd naar China. Dat is meer dan gemiddeld op de totale export van Nederlandse makelij (54 eurocent), maar wel minder dan in 2015 (60 eurocent). Dat betekent dat er per euro export naar China 3 cent meer import van goederen of diensten nodig is dan in 2015.
Aan een euro export van fabricaten (zoals metaal en metaalproducten, metaalafval en kunststofproducten) hield Nederland door de export naar China het meest over, gemiddeld 69 eurocent in 2019. In 2015 was nog dat nog 76 eurocent. Deze daling kan volledig worden verklaard door de forse daling van export van metaalafval, waarvoor de toegevoegde waarde per euro export onveranderd 90 eurocent bedroeg. Natuurproducten en grondstoffen komen uit op 61 cent. Per euro export van voeding en dranken werd 58 eurocent verdiend, ook dat is bovengemiddeld. Minder dan gemiddeld werd er verdiend aan machines en apparaten (56 eurocent), chemische producten (55 eurocent), vervoersmaterieel (44 eurocent) en minerale brandstoffen (20 eurocent).