18536_logoIn een artikel in The Economist wordt er een grote toekomst voorspeld van het magnetisch-puls-lassen. Deze techniek vindt volgens het Britse weekblad steeds meer zijn weg naar allerlei productieprocessen, van auto’s tot witgoed.

Bij magnetisch-puls-lassen wordt er door enorme elektromagneten een metalen component met hoge snelheid tegen een andere component ‘gebotst’. Op de plek waar de beide metalen delen elkaar raken ontstaat een verbinding. Omdat er geen hitte of smeltproces aan te pas komt, kunnen ook verbindingen worden gelast tussen traditioneel moeilijke combinaties zoals aluminium op koper of nikkel op titanium. Een bijkomend voordeel is dat het lasproces plaatsvindt op kamertemperatuur (energiebesparing) en er geen schadelijke dampen vrijkomen. Ook voor het het buigen en vormen van plaatmateriaal wordt steeds vaker electromagenetisme gebruikt.

Eerste Wereldoorlog

Magnetisch-pulslassen is een geavanceerdere vorm van explosielassen, dat in het Nederlands ook wel schokgolflassen wordt genoemd. Het procedé werd in de Eerste Wereldoorlog ontdekt. Ingenieurs zagen voor het eerst dat munitiescherven niet alleen een ander metaal binnendrongen maar er ook aan vastgelast raakten. Voor lassen bleek een hoge temperatuur dus niet altijd vereist.
Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het schokgolflassen voor het eerst commercieel toegepast. Maar vanwege de enorme veiligheidsmaatregelen en de technische beperkingen die er mee gemoeid zijn bleef het altijd een erg specialistische methode, die vooral werd gebruikt om koolstofstaal te voorzien van laagje roestvast materiaal zoals titanium of zirkonium.