De productie van de industrie in de Eurozone van juli stelt teleur. Dat meldt het FD, op basis van cijfers van Eurostat van gisteren. Het stevige krimpcijfer dat in juni was ingezet, hield in juli aan. In juni daalde de industriële output met 2,4% ten opzichte van vorig jaar; in juli opnieuw met 2%. En dat terwijl veel experts hadden gedacht dat juni de uitzondering zou zijn. Begin dit jaar noteerde de industrie veel kleinere krimpcijfers, en voor juni had men ook rekening gehouden met een min van 1,4%. Het cijfer bleek slechter uit te vallen.

Ook niet allen Eurozone landen presteren even slecht. Zo weet de Zweedse industrie ten opzichte van juli vorig jaar een plus van 5% te noteren. De industrie van onze oosterburen daarentegen laat een flinke daling van 5,3% zien. Nederland zit met -1,1% in de middenmoot.

In het artikel van het FD wordt de staat van de Duitse industrie als belangrijkste verantwoordelijke aangewezen voor de teleurstellende cijfers in de gehele Eurozone. En ook de Duitse economie in zijn geheel heeft er volgens de krant flink onder te leiden:

Nadat woensdag de Duitse economische denktank DIW al had voorspeld dat de Duitse economie in het lopende derde kwartaal opnieuw zal krimpen en daardoor technisch in een recessie komt, kwam donderdag instituut Ifo met een identieke verwachting. Het bureau heeft zijn verwachtingen voor de groei verlaagd. Na een krimp van de economie met 0,1% in het tweede kwartaal voorziet Ifo een identieke krimp in het derde kwartaal.