Een jaar na het uitbreken van het coronavirus is bij veel ondernemers in het MKB-metaal het vertrouwen redelijk hersteld. Bij veel bedrijven neemt de orderpositie binnenland toe en zijn er weer meer bedrijven die extra personeel hebben aangetrokken. Daar staat tegenover dat de orderpositie buitenland minder snel aantrekt dan de binnenlandse. Ook de winstgevendheid bij veel bedrijven is in het eerste kwartaal als gevolg van snel stijgende inkoopprijzen afgenomen ten opzichte van het laatste kwartaal van 2020. Dit zijn de belangrijkste uitkomsten uit de Koninklijke Metaalunie Economische Barometer van het MKB-metaal over het eerste kwartaal van 2021.


Na de dramatische terugval van de binnenlandse orderpositie in het tweede en derde kwartaal van 2020, was er vanaf het vierde kwartaal sprake van herstel. In het eerste kwartaal van dit jaar heeft dit herstel zich doorgezet. Bij 37 procent van de respondenten is de orderpositie binnenland verbeterd ten opzichte van het vorige kwartaal, terwijl deze bij 20 procent van de bedrijven verslechterde. Wat opvalt is het grote aantal verspanende bedrijven waarvan de orderpositie verbeterd is (meer dan de helft). Daar staat tegenover dat onder de las- en constructiebedrijven er juist veel bedrijven zijn waarbij de orderpositie binnenland in het eerste kwartaal is afgenomen (28 procent).

De waardering van de binnenlandse orderpositie is in het eerste kwartaal weer wat positiever dan in het vierde kwartaal van 2020. Bijna 40 procent van de respondenten geeft aan tevreden te zijn over de binnenlandse orderpositie, terwijl 17 procent aangeeft hierover ontevreden te zijn. Voor het tweede kwartaal wordt een verdere groei van de binnenlandse orderpositie verwacht. 38 procent van de bedrijven verwacht een groei van de orderpositie terwijl 15 procent een afname verwacht. De gemiddelde orderportefeuille in weken is in het eerste kwartaal verder gestegen ten opzichte van de voorliggende kwartalen en bedraagt nu gemiddeld bijna 9,6 weken, dit was een kwartaal geleden 8,9 weken.

Terwijl de orderpositie buitenland in het eerste kwartaal maar weinig verbeterd is ten opzichte van het vierde kwartaal, worden de waardering van de huidige orderpositie buitenland en de verwachtingen beduidend positiever beoordeeld dan een kwartaal geleden. Van de respondenten geeft 51 procent aan te exporteren, 11 procent exporteert tot 10 procent van hun omzet, 40 procent meer dan 10 procent en 49 procent van de bedrijven exporteert niet. Van de bedrijven die meer dan 10% van hun omzet exporteert, is het exportaandeel gemiddeld 40 procent van de totale omzet.

Bij een op de vier exporterende bedrijven is de orderportefeuille buitenland in het eerste kwartaal afgenomen tegenover een toename bij een op de drie respondenten. Onder de verspanende bedrijven zijn er meer bedrijven waarbij de orderpositie is afgenomen dan er bedrijven zijn waar deze is toegenomen. Voor zowel de waardering van de buitenlandse orderpositie als de verwachtingen voor het tweede kwartaal van 2021 geldt dat deze veel positiever worden beoordeeld.

Net als in andere jaren hebben ook in het eerste kwartaal van 2021 veel bedrijven hun verkoopprijzen verhoogd. Dit jaar komt daar nog bij dat de staalprijzen in het eerste kwartaal sterk gestegen zijn. In het eerste kwartaal heeft 36 procent van de respondenten de verkoopprijzen verhoogd, bij 55 procent is deze gelijk gebleven en bij 8 procent is de verkoopprijs verlaagd. Vooral onder de aan de bouw toeleverende bedrijven zijn veel bedrijven (23 procent) die hun prijzen in het eerste kwartaal hebben verlaagd. Van de bedrijven die hun verkoopprijzen hebben verhoogd, geeft de helft aan dat dit een structurele prijsverhoging is geweest. Een kwart past een tijdelijke materiaaltoeslag toe om de gestegen staalprijzen te compenseren en een kwart hanteert een combinatie van beide. Van de bedrijven die hun verkoopprijzen verhoogd hebben, geeft 75 procent aan dat dit voldoende is om de verhoogde materiaalprijzen te compenseren. Bij 24 procent was de prijsverhoging hiervoor niet toereikend.

Wat de invloed van onder andere de hogere materiaalprijzen op het bedrijfsresultaat is, blijkt uit bijgaande grafiek. De bedrijven die hun verkoopprijs wisten te verhogen hebben vaker een beter bedrijfsresultaat dan de bedrijven die hun prijzen gelijk gehouden hebben of hebben moeten verlagen.