Het producentenvertrouwen in de metaal is in april iets afgenomen ten opzichte van maart. Dat blijkt uit cijfers die het CBS vandaag bekend maakte. Het gewogen indexcijfer daalde van 11,1 naar 9,1. Daarmee maakt het vertrouwen onder de metaalproducenten een tegengestelde beweging ten opzichte van het gemiddelde in de gehele Nederlandse industrie, want dat ging van 6,1 in maart naar 6,7 in april 2019. Daarmee is het vertrouwen in de metaal dus altijd nog wel bovengemiddeld.

Producenten textiel-, kleding- en lederindustrie meest positief

Producenten in de gehele Nederlandse industrie waren in april positiever over de verwachte bedrijvigheid en de voorraden gereed product. Het oordeel over de orderportefeuille verslechterde daarentegen.

Alle drie deelindicatoren van het producentenvertrouwen zijn positief. Er zijn meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. Verder heeft het aantal ondernemers dat de orderpositie groot vindt de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille klein acht, gelet op de tijd van het jaar. Tot slot is het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te klein beschouwt groter dan het aantal dat de voorraden te groot vindt.

De producenten in de textiel-, kleding- en lederindustrie waren in april het meest optimistisch. In de transportmiddelenindustrie echter hadden pessimisten opnieuw de overhand.

Bezettingsgraad hoger
De bezettingsgraad van de machines en installaties in de industrie is bij aanvang van het tweede kwartaal 2019 uitgekomen op 84,3 procent. Daarmee ligt de benutting van het machinepark hoger dan een kwartaal eerder.