Wetgeving om metalen te delven op zeebodem bijna afgerond; ecologen bezorgd
Mijnbedrijven bekijken al jarenlang de mogelijkheden om metalen te delven vanaf de zeeboden. Maar door technische uitdagingen en hoge kosten wordt deze mogelijkheid nog niet benut. Dat komt ook door het ontbreken van internationale regels voor deze vorm van mijnbouw. Maar daar komt binnenkort verandering in. De International Seabed Authority (ISA) van de Verenigde Naties legt momenteel de laatste hand aan de regels voor de commerciële winning van diepzeemetalen in internationale wateren. Deze regels zouden binnen een jaar van kracht kunnen gaan. Ecologen waarschuwen voor potentiële milieuschade.
In een artikel in de Scientific American waarschuwen biologen dat we eigenlijk nog te weinig weten over de zeebodem, om een goede inschatting te maken van de mogelijke schadelijke gevolgen. Jeff Drazen, een zeebioloog aan de Universiteit van Hawaï: “Dit is het slechts beschreven ecosysteem op de planeet.” Drazen is een van de auteurs van wetenschappelijk rapport waarin verschillende risico’s worden verkend. Zo zal het waarschijnlijk zo zijn dat er met de metalen ook ander sediment naar boven wordt gehaald. Dit zal dan weer teruggestort worden in zee. Er is weinig bekend over hoe deze vervuiling het zeeleven verstoort. Ook zijn er zorgen over de geluidstrillingen die diepzeemijnbouw met zich meebrengt.
De belangstelling voor diepzeemineralen richt zich vooral op één bepaalde hulpbron: polymetaalknollen. Deze afzettingen ter grootte van een aardappel zijn rijk aan mangaan, koper, kobalt en nikkel. Ze zijn gevormd in de loop van miljoenen jaren door neergeslagen metalen. In de meeste plannen tot diepzeemijnbouw, worden dergelijke knollen via robots gezocht, en vervolgens met pijpen naar boven gezogen. Dit kan tot wel een diepte van drie kilometer.