Vertegenwoordigers van werkgevers en vakbonden sloten gisteren na lange onderhandelingen een akkoord over de nieuwe cao’s in de Metaal en Techniek. Om technische vakmensen voor de sector te behouden en de aantrekkelijkheid voor nieuwe medewerkers te vergroten, is gekozen voor een verbetering van de lonen. Daarnaast is vooral ingezet op het langer productief houden van medewerkers. De cao Metaal en Techniek is met 27.000 werkgevers en 300.000 werknemers de grootste cao in de marktsector.
De nieuwe cao heeft een looptijd van meer dan twee jaar tot oktober 2021 en geeft daarmee rust en duidelijkheid. De lonen stijgen per 1 december 2019 met 3,5%, per 1 juli 2020 met 3,5% en per 1 maart 2021 met 0,93%. Per 2021 is er een éénmalige uitkering van 306 euro.
“De nieuwe afspraken geven meer ruimte, maar zijn wel verbonden aan heldere spelregels”, aldus Ron Follon, hoofdonderhandelaar van de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek. Ook zijn er stappen gezet wat betreft de extra vakantiedagen voor ouderen. Follon: “Oudere werknemers blijven langer vitaal. Daarom is het logisch dat de leeftijd waarop ouderen in aanmerking komen voor de extra vakantiedagen met de nieuwe cao wederom opschuift met een jaar.” De cao geeft werkgevers meer ruimte om tijdelijke contracten aan te gaan.
Ook de FNV stelt namens de werknemers blij te zijn met de uitkomst: “We zijn tevreden over de gemaakte afspraken. We wilden een cao die goed is voor jong en oud. Een cao die het werken in deze sector aantrekkelijker maakt. Dat is gelukt!”