In 2018 verdienden bedrijven in Nederland ruim 5,6 miljard euro aan de directe export van goederen en diensten naar China. Ruim 140 miljoen hiervan betreft export uit de metaalproductenindustrie; goed voor ruim 1600 banen in die sector. In totaal draagt Chinese export voor 0,7 procent bij aan het Nederlandse bbp. De totale verdiensten zijn ongeveer 22 procent gegroeid ten opzichte van 2015. China is voor Nederland inmiddels de negende bestemming wat betreft de export van goederen en diensten. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Bij een gelijke verdeling van de genoemde 5,6 miljard euro verdient Nederland – dankzij de export naar China – per inwoner ongeveer 325 euro per jaar. Niet iedereen verdient echter in dezelfde mate aan export. De bedrijfstakken die het meest verdienen aan de rechtstreekse export naar China zijn de groothandel en de machine-industrie. In 2018 ging het om respectievelijk 960 miljoen en 807 miljoen euro. Voor de groothandel is dit slechts 1 procent van de verdiensten aan uitvoer in 2018, maar voor de machine-industrie levert de export naar China meer dan 6 procent van het totaal, het hoogste percentage van alle bedrijfstakken. Dit is een uitschieter: de voedingsmiddelenindustrie volgt met iets meer dan 3 procent van de exportverdiensten dankzij directe export naar China. De verdiensten van de machine-industrie en de voedingsmiddelenindustrie zijn het meest gestegen sinds 2015, met 414 miljoen en 157 miljoen euro respectievelijk.

Het relatief grote succes van de groothandel en handelsbemiddeling kan worden toegeschreven aan twee factoren: ten eerste komt de groothandel op veel plekken in de waardeketen voor (verkoop van (bijvoorbeeld eerder ingevoerde) materialen, verkoop van allerlei producten, zoals pennen, stoelen, etc. (treedt vaak op als intermediair bij transacties tussen klein- en grootbedrijf)). Ten tweede is bijvoorbeeld de industrie op een gedetailleerder niveau uitgesplitst dan de groothandel. De bedrijfstak industrie als geheel verdient meer dan 2 miljard aan de directe export naar China, dat is meer dan twee keer zoveel als de groothandel.