Ondanks toezeggingen doet de Chinese overheid veel te weinig om de overcapaciteit van haar staalindustrie aan te pakken. Deze conclusie trekt Greenpeace in een rapport dat vandaag aan de pers in gepresenteerd. Onder internationale druk vanuit met name Amerika en Europa maakte het Oost-Aziatische land vorig jaar bekend dat het ambitieuze reducties had bewerkstelligd, onder meer door vervuilende fabrieken te sluiten. Volgens het Greenpeace-rapport was dit een misleidende claim, want veel van deze fabrieken stonden al stil. Daartegenover werden andere stilstaande fabrieken opnieuw in bedrijf genomen en nieuwe fabrieken gebouwd, waardoor het beeld dat de Chinese overheid schetst niet overeenkomt met de werkelijkheid. Volgens Greenpeace groeide de Chinese staalproductie eigenlijk in een orde van grootte die vergelijkbaar is met twee keer de productie van het Verenigd Koninkrijk. 

Het rapport is slecht nieuws voor China. De Chinezen willen graag aan de wereld tonen dat zij actief bezig zijn de staalproductie naar beneden te schroeven. Het nieuws zou de handelsrelaties met Europa en Amerika verder onder druk kunnen zetten. In zowel Brussel als verschillende Duitse steden gingen vorig jaar tienduizenden staalarbeiders de straat op om te protesteren tegen de Chinese overproductie van goedkoop staal. En de nieuwe Amerikaanse president Trump maakte het beschermen van zijn eigen staalindustrie tegen de Chinese export zelfs tot inzet van de verkiezingen en wist deze daarmee te winnen.