Uit cijfers van het CBS blijkt dat voor de negende maand op rij dat de afzetprijzen in de Nederlandse industrie minder sterk zijn gestegen. In de maand maart stegen de prijzen gemiddeld met 1,9 procent. Vergeleken met de maand februari was er sprake van een scherpe daling van de prijsstijgingen met 6,4 procent. Belangrijkste oorzaak van deze daling is de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. In maart kostte een vat ruwe North Sea Brent olie bijna 74 euro, dat is bijna 27 procent minder dan een jaar eerder. Deze scherpe prijsdaling had een groot effect op twee belangrijke, zwaarwegende bedrijfsklassen (aardolie en chemie) die daarmee voor de sterke daling van de gemiddelde afzetprijs van de industrie zorgden.
In een interview in Metaal + Techniek geeft Kim Putters, voorzitter van de SER, aan dat het noodzakelijk is dat opleidingen matchen met de behoefte van de arbeidsmarkt. Het grote tekort aan geschoolde vakmensen in de metaal maakt duidelijk dat er nog een belangrijke taak ligt om jongeren te interesseren voor een baan in de metaal. Het is volgens Putters belangrijk om te laten zien dat je een goed leven kunt leiden met een technisch beroep. Daarnaast is het belangrijk om een goede verbinding tussen het onderwijs en bedrijfsleven te hebben. Scholieren moeten in de praktijk kunnen ervaren wat het werk in de metaal inhoudt. Docenten moeten contact houden met de praktijk door zowel in het onderwijs als in een bedrijf werkzaam te zijn.
Koninklijke Metaalunie heeft onlangs de economische barometer over het eerste kwartaal van 2023 gepresenteerd. De barometer vertoont een dubbel beeld; de ondernemers in de metaal hebben te maken gehad met een afnemende orderpositie in zowel het binnen- als het buitenland. In het vierde kwartaal van 2022 was hier juist nog sprake van een sterk herstel. Desondanks zijn de ondernemers positief als ze kijken naar de verwachtingen voor het volgende kwartaal. Ze verwachten een verbetering voor zowel het bedrijfsresultaat als de binnenlandse en buitenlandse orderpositie.
Brancheorganisaties FME en Metaalunie roepen het kabinet op om meer te investeren in een circulaire maakindustrie. De organisaties constateren dat er veel gesproken wordt over de noodzakelijke transitie van een lineaire naar een circulaire economie, maar dat er weinig financiële middelen worden vrijgemaakt om hier daadwerkelijk inhoud aan te geven. De organisaties zeggen in hun verklaring dat ze achter de doelstellingen van een circulaire economie staan; het is goed voor het klimaat, werknemers, onderzoekers en bedrijven die in een circulaire economie willen werken. Tot op heden blijven de activiteiten van het kabinet echter beperkt tot verkenningen en rapporten, maar worden er geen structurele financiële middelen vrijgemaakt om concrete acties uit te voeren.
In een recent gepubliceerd rapport van TNO wordt duidelijk dat de Nederlandse maakindustrie een grote rol speelt in belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Innovaties op het gebied van kunststoffen voor elektrische vervoermiddelen, machines voor de vleesverwerkende industrie en staal voor offshore windturbines, het zijn zomaar een aantal voorbeelden waar de innovatiekracht van de Nederlandse maakindustrie uit blijkt. Deze innovatiedrang zorgt ervoor dat de Nederlandse maakindustrie een goede mondiale concurrentiepositie heeft en een zeer belangrijke rol speelt in de investeringen in R&D in Nederland.
Voor de derde maand op rij is de goederenexport gestegen vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. De stijging bedroeg 5,8 procent en werd volgens het CBS vooral gerealiseerd doordat er meer aardolieproducten, transportmiddelen en machines en apparaten werden uitgevoerd. Tegenover een stijgende export van goederen stond ook een groei van de goederenimport (+3,7 procent).
Uit cijfers van Nevi (Nederlandse vereniging van inkopers) over de maand maart wordt duidelijk dat de bedrijvigheid in de Nederlandse industrie verder is afgenomen. De Nevi Inkoopmanagersindex nam af van 48,7 in februari naar 46,4 in maart. Deze daling werd veroorzaakt door een daling van het aantal nieuwe orders en de snelle daling van het aantal openstaande orders. Het aantal nieuwe orders was sinds november 2022 niet zo laag en de orderportefeuilles zijn niet zo snel afgenomen sinds het begin van de Covid-pandemie, en daarvoor in juni 2012. De afgenomen vraag kan wellicht deels verklaard worden door de gestegen rente, maar ook omdat ondernemingen nog steeds bezig zijn voorraden af te bouwen. Nu de toeleveringsketens weer normaal functioneren is het aanhouden van grote voorraden niet meer noodzakelijk.
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de gemiddelde dagproductie in de Nederlandse industrie met 2 procent is gedaald vergeleken met het jaar ervoor. De daling was daarmee minder sterk dan in januari. De krimp werd veroorzaakt doordat twee grote bedrijfsklassen een sterke daling lieten zien. Positief is echter dat de gemiddelde dagproductie in de klasse metaalproducten een kleine stijging van 1,2 procent liet zien. Wanneer de productie in de industrie vergeleken wordt met de maand ervoor is er sprake van een kleine groei van 0,4 procent.
De tijd dat de industrie alleen maar keek naar de kosten voor de productie van componenten ligt mede als gevolg van de verstoorde supply chains tijdens COVID-19 achter ons. De industrie heeft tijdens deze periode aan den lijve ondervonden dat het produceren in relatief goedkope landen in Azië en China tot grote logistieke problemen kan leiden. Europese producenten kijken daarom tegenwoordig verder dan alleen de kosten. Beschikbaarheid en duurzaamheid zijn belangrijke factoren die de keuze voor een leverancier bepalen. Door de digitalisering van de toeleveringsketens in Europa is het mogelijk geworden om onafhankelijker te worden van Azië en Amerika.
Het sentiment onder de ondernemers in de Nederlandse industrie is in de maand maart wederom licht gestegen vergeleken met de maand ervoor. Het vertrouwen nam toe van 3,7 in de maand februari naar 4,0 in maart. Het is de zesde maand op rij dat het vertrouwen is gestegen na een scherpe terugval vanaf april 2022. Het verbeterde sentiment wordt veroorzaakt doordat ondernemers positiever waren over de bedrijvigheid en minder negatief over de voorraden gereed product. Wanneer we het producentenvertrouwen in de maand maart afzetten tegen het langjarige gemiddelde van 1,2 dan het er nog altijd ruim boven.
Het sentiment onder de Nederlandse producenten behoort in de maand februari tot de beste in de EU. Alleen producenten in Duitsland waren iets positiever. Met een score van 1,2 lag het vertrouwen in Nederland boven het EU-gemiddelde van -0,6. Samen met België was Nederland het enige land dat een stijging van het vertrouwen ten opzichte van de maand ervoor kon noteren. Opvallend is daarbij wel dat Nederland samen met Nederland als enig EU-land nog steeds een positieve score wist te realiseren. Grote landen als Frankrijk en Italië scoren al sinds midden vorig jaar negatief.
Uit het recent gepubliceerde rapport ‘Consolidatie in de metaalbewerking’ van de ABN AMRO bank wordt duidelijk dat de verspanende industrie dat de branche voor grote uitdagingen staat. De verspanende industrie is de hoofdactiviteit onder de metaalbewerkers en heeft de afgelopen drie jaar een sterke groei doorgemaakt. Ook voor dit jaar zijn de vooruitzichten weer zeer gunstig. De metaalverspaners staan echter voor grote uitdagingen in de nabije toekomst. Ze hebben niet alleen te maken lagere productievolumes in de Nederlandse industrie en hoge kosten voor materialen, energie en rentes, ook het tekort aan technisch opgeleid personeel en de noodzakelijke investeringen in het machinepark en digitalisering vormen een drempel voor groei. Om in te kunnen spelen op deze situatie moeten belangrijke strategische keuzes worden gemaakt.
De Verbetercheck Fysieke Belasting, onderdeel van de arbocatalogus voor de metaalbewerking en metalektro, is recent aangepast aan nieuwe wettelijke voorschriften en de stand van de techniek. Doel van de verbetercheck is een middel om de fysieke belasting in de branche te verminderen. Hiervoor is een digitale vragenlijst ontwikkeld die na invulling inzicht geeft in de fysieke belasting en de mate waarin deze voldoet aan de richtlijnen. Is dit niet het geval dan is het bedrijf dan moet een bedrijf verbeteringen doorvoeren. Met behulp van factsheets kan gekeken worden hoe knelpunten opgelost kunnen worden. Denk dat daarbij aan de inzet van hulpmiddelen of het afwisselen van belastende werkzaamheden met lichtere werkzaamheden.
Het CBS heeft de cijfers gepubliceerd met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen in 2022. Uit de gegevens blijkt dat de uitstoot in 2022 met 9 procent is afgenomen vergeleken met het jaar ervoor. Vergeleken met het 1990 is de uitstoot zelfs afgenomen met 30 procent. In de klimaatwet is opgenomen dat in 2030 de uitstoot met 55 procent afgenomen moet zijn en voor het eerst is in 2022 voldaan aan de normen die zijn opgelegd vanuit de rechtzaak die door Urgenda door de rechters is opgelegd. De afname wordt vooral veroorzaakt door het verminderde gebruik van gas.
Uit een onderzoek uitgevoerd door Berenschot blijkt dat vrouwen enthousiast zijn over het werken in een technisch beroep. Het onderzoek ‘Meer vrouwen interesseren en behouden voor de Metalektro’ is gehouden in het najaar van 2022 in opdracht van de sociale partners. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen zeer positief zijn over de zingeving van het werk en waarderen dit met een 8. Het feit dat veel innovaties zorgen voor het oplossen van maatschappelijke problemen zoals duurzame zonnepanelen, zorgoplossingen en precisie landbouw is hier mede de aanleiding voor. Opvallend is dat vrouwen positiever zijn dan mannen wanneer het gaat om het salaris, de werk-privé balans en innovativiteit van de sector. Ook vinden ze het werk minder zwaar dan mannen. Al met al zijn dit positieve uitkomsten die kansen geven aan werkgevers om vrouwelijke medewerkers te werven en behouden.
Uit cijfers van het CBS blijkt dat gemiddelde dagproductie in de Nederlandse industrie in de maand januari 2023 voor het eerst in bijna twee jaar is afgenomen. Er was sprake van een daling van 2,9 procent, daar waar er in december nog sprake was van een kleine groei van 0,7 procent vergeleken met een jaar eerder. De productie-afname was in 3 van de 8 bedrijfsklassen waarbij de afname in chemische sector het grootst was. Ook in de bedrijfsklasse metaalproducten was er sprake van een afname. Met een daling van 1,9 procent bleef deze echter wel beneden het gemiddelde.
De NEVI heeft de resultaten van de inkoopmanagersindex over de maand februari gepubliceerd. Ten opzichte van de maand januari is er sprake van een kleine daling van 49,6 naar 48,7. De index, die inzicht geeft in de ontwikkelingen in de inkoopmarkt, is een graadmeter voor de productiesector. Uit de gegevens over de maand februari blijkt dat de industriële productie enigszins is toegenomen maar ook dat de orderportefeuilles en materiaalvoorraden zijn afgenomen. De vraag naar materialen en halffabricaten is afgenomen als gevolg van het feit dat de effecten van de verstoring van productieketens door de covid-pandemie zo goed als verleden tijd zijn.
Het CBS heeft de cijfers met betrekking tot de ontwikkeling van de afzetprijzen in de industrie over de maand januari gepubliceerd. Met een stijging van 11 procent ten opzichte van de prijzen een jaar eerder, daalde de prijzen voor de zevende maand op rij. De stijging was zelfs de kleinste sinds april 2021. De prijsontwikkeling is voor een belangrijk deel gekoppeld aan de ontwikkeling van de prijs voor ruwe olie. Deze nam in januari met 3 procent toe vergeleken met een jaar eerder. Deze prijsstijging zorgde voor een stijging in alle bedrijfsklassen.
Het CBS heeft de cijfers met betrekking tot de omzet van de industrie over het vierde kwartaal van 2022 gepubliceerd. In deze periode nam de omzet toe met een kleine 13 procent. Daarmee daalde de omzet voor het tweede kwartaal op rij maar is de stijging ten opzichte van een jaar eerder nog altijd stevig te noemen. Er was sprake van een omzetstijging bij bijna alle sectoren en de industriële producenten verwachten ook in het eerste kwartaal van 2023 een hogere omzet te realiseren.
De huidige economische omstandigheden zorgen ervoor dat er een significante toename is van vrijwillige bedrijfsbeëindigingen terwijl het aantal faillissementen in januari juist weer zijn afgenomen. Volgens Lex van Teeffelen, lector mkb-financiering aan de Hogeschool van Utrecht is dit het gevolg van het inzicht in het financieel resultaat van het afgelopen jaar. Ondernemers zien dat alle inspanningen slecht marginaal worden beloond en besluiten daarom vrijwillig te stoppen voordat een gedwongen einde als gevolg van een bankroet hen stopt. Vrijwillige verkoop is volgens Van Teeffelen nu ook juist interessant omdat de banenmarkt goed is.